Oude regels
Dit schema geeft een overzicht van de oude wetgeving tot 1 juni 2014. Een kind heeft de naam van zijn vader of zijn moeder afhankelijk van op welk moment welke afstamming komt vast te staan. Ondanks de nieuwe wet moet je de oude wetgeving in sommige gevallen nog steeds toepassen.
Burgerlijk wetboek voor 1 juni 2014
1. en 2. Artikel 335 §1 Burgerlijk wetboek:
Het kind wiens afstamming alleen van vaderszijde vaststaat of wiens afstamming van vaderszijde en van moederszijde tegelijkertijd komen vast te staan, draagt de naam van zijn vader (…)
3. Artikel 335 §2 Burgerlijk wetboek:
Het kind wiens afstamming alleen van moederszijde vaststaat, draagt de naam van zijn moeder
4. Artikel 335 §3 Burgerlijk wetboek:
Indien de afstamming van vaderszijde komt vast te staan na de afstamming van moederszijde, blijft de naam van het kind onveranderd. Evenwel kunnen de ouders samen of een van hen, indien de andere overleden is, in een door de ambtenaar van de burgerlijke stand opgemaakte akte verklaren dat het kind de naam van zijn vader zal dragen. Die verklaring moet worden gedaan binnen een jaar te rekenen van de dag waarop de personen die de verklaring doen, de vaststelling van de afstamming hebben vernomen en voor de meerderjarigheid of de ontvoogding van het kind. De termijn van een jaar begint te lopen op de dag die volgt op de in artikel 319bis, tweede lid, bedoelde kennisgeving of betekening) Artikel 335 §4 Burgerlijk wetboek: Indien de afstamming van een kind wordt gewijzigd wanneer het de meerderjarige leeftijd heeft bereikt, mag er zonder zijn akkoord geen enkele verandering aan zijn naam worden aangebracht