Geboorteaangifte meemoeder

Dit schema toont de juiste oplossing als een kind geboren wordt na 1 januari 2015 met een moeder en een meemoeder.

Geboorte meemoeder

De wet van 8 mei 2014 voorziet dat de nieuwe regels van artikel 335BW betreffende de naamgeving van een kind met een moeder en vader niet toegepast kunnen worden als dezelfde ouders reeds kinderen hadden voor de inwerkingtreding.

De wet van 5 mei 2014 die de nieuwe regels van artikel 335 ter BW rond de naamgeving van een kind met een moeder en een meemoeder vastlegt voorziet deze beperking niet.

Een moeder en een meemoeder kunnen dus in de geboorteakte van hun kind geboren vanaf 1 januari 2015 de naam kiezen volgens de nieuwe regels, ook als zij reeds gemeenschappelijke kinderen hebben die geboren en geadopteerd zijn voor 1 januari 2015.

Er zijn twee mogelijkheden

1. De ouders hebben reeds een kind dat een naam heeft volgens de nieuwe regels:

Dit kind heeft dezelfde naam als de keuze die de ouders gemaakt hebben voor het andere kind met een naam volgens de nieuwe regels.

Een vorig kind kan de naam hebben volgens de nieuwe regels indien:

  • een gemeenschappelijk kind geboren werd na 1 januari 2015 of een eerste gemeenschappelijk kind werd geadopteerd na 1 juni 2014
  • een gemeenschappelijk kind werd erkend door de meemoeder of het meemoederschap werd gerechtelijk vastgesteld na 1 januari 2015
  • een verklaring naamskeuze werd afgelegd binnen 1 jaar na de inwerkingtreding van de wet of binnen 1 jaar na de geboorte van een eerstvolgend kind na 1 januari 2015 of na de vaststelling van een tweede afstammingsband na 1 juni 2014 (overgangsbepaling)

2. De ouders hebben geen enkel gemeenschappelijk kind dat een naam heeft volgens de nieuwe regels

A. De ouders doen samen aangifte

De ouders kiezen samen de naam of geven aan dat er onenigheid is en ze geen keuze kunnen maken.

Bij onenigheid krijgt het kind de dubbele naam in alfabetische volgorde.
Als ook de ouders een dubbele naam hebben kan elke ouder kiezen welk deel van hun naam zij doorgeven aan het kind. Als ze hierin geen keuze maken krijgt het kind het deel van hun naam in alfabetische volgorde.

De ouders tekenen op de minuut voor de gekozen namen en voornamen.

B. Een van de ouders doet de aangifte

De ouder die de aangifte doet, kiest de naam van het kind of geeft aan dat er onenigheid is en ze samen geen keuze hebben kunnen maken.

Bij onenigheid krijgt het kind de dubbele naam in alfabetische volgorde.
Als ook de ouders een dubbele naam hebben kan elke ouder kiezen welk deel van hun naam zij doorgeven aan het kind. Als ze hierin geen keuze maken krijgt het kind het deel van hun naam in alfabetische volgorde. De ouder die aanwezig is, zal moeten zeggen welk deel van de naam de andere ouder wenst over te dragen indien hij dit weet. Zo niet: alfabetische volgorde.

De ouder die de aangifte doet tekent op de minuut voor de gekozen namen en voornamen.

De ouder die aangifte doet kan nog steeds een verklaring naamkeuze bezorgen, maar is in geen enkel geval nog verplicht.

C. Een derde persoon (vroedvrouw, verantwoordelijke ziekenhuis) doet de aangifte.

Stel alles ervoor in het werk dat de ouders hun keuze kunnen meedelen via de verklaring naamkeuze:

Zonder deze keuze krijgt het kind de dubbele naam in alfabetische volgorde. Als ook de ouders een dubbele naam hebben, wordt het deel van hen overgedragen in alfabetische volgorde.

D. Algemeen

  • Als de ouder(s) een keuze maken die niet mogelijk is, negeer je deze keuze. Het kind krijgt de dubbele naam in alfabetische volgorde. Als ook de ouders een dubbele naam hebben, wordt het deel van hen overgedragen in alfabetische volgorde.
  • Een keuze die een schrijffout (materiĆ«le misslag) bevat is geldig, in de geboorteakte schrijf je uiteraard de correcte naam.

3. Overgangsbepaling

In beide situaties kunnen de ouders achteraf voor hun geadopteerde kinderen die een nog een naam bezitten volgens de oude regels een verklaring afleggen volgens de overgangsbepaling in de woonplaats van hun kinderen.