Melding aan parket bij geboorteaangifte kind van moeder die bij verwekking nog geen 16 jaar oud
Op 01 juni 2022 trad de wet van 21 maart 2022 houdende wijzigingen aan het Strafwetboek met betrekking tot het seksueel strafrecht in werking, die het seksueel strafrecht hervormt. Een belangrijke wijziging ten opzichte van de vroegere regeling ligt in het geven van toestemming bij seksuele betrekkingen onder de leeftijd van 16 jaar.
Op het principe dat de seksuele meerderjarigheid vastgelegd is op 16 jaar, worden nu een aantal uitzonderingen voorzien voor minderjarigen vanaf de leeftijd van 14 jaar, waarin het dus mogelijk is om wel uit vrije wil toe te stemmen met een seksuele handeling, namelijk wanneer:
• het leeftijdsverschil met de andere meerderjarige persoon niet meer dan drie jaar bedraagt;
• of het een handeling betreft tussen minderjarigen vanaf 14 jaar met wederzijdse toestemming en met een onderling leeftijdsverschil van meer dan drie jaar.
Voor de inwerkingtreding van het nieuwe strafrecht, lichtten de ambtenaren van de burgerlijke stand de procureur des Konings standaard in wanneer bij hun diensten een geboorteaangifte gebeurde van een kind waarvan de moeder (of vader) bij de verwekking (termijn van art. 326 oud BW) de volle leeftijd van 16 jaar niet had bereikt. Dit was gebaseerd op het oude artikel 372 van het Strafwetboek, waarin bovenstaande uitzonderingen nog niet golden en dus bij het bewijs van seksuele handelingen onder de 16 jaar van een misdrijf kon gesproken worden.
Het melden van een misdrijf bij de procureur des Konings is immers verplicht voor elke ambtenaar die in de uitoefening van zijn ambt daar kennis van krijgt, dit op grond van artikel 29 van het Wetboek van Strafvordering.
Deze wettelijke basis wordt sinds 1 juni 2022 echter vervangen door artikel 417/6 van het Strafwetboek, waarin seksuele handelingen onder de 16 jaar dus niet noodzakelijk een misdrijf uitmaken.
In dat kader rees de vraag of het vanaf nu aan de diensten Burgerzaken zelf was om te beoordelen of er al dan niet sprake is van een misdrijf wanneer bij de geboorteaangifte vaststaat dat het gaat om een moeder (of vader) die seksuele betrekkingen heeft gehad tussen de 14 en de 16 jaar en op basis van deze inschatting dan wel of niet te melden.
Na consultatie met verschillende spelers, raadt Burgerzaken Vlaanderen de ambtenaren van de burgerlijke stand aan om ook deze gevallen te blijven melden bij de procureur des Konings, zodat deze kan beoordelen of het om een misdrijf gaat of niet. Hoewel de wettelijke basis en de modaliteiten veranderen, blijft de praktische manier van werken dus dezelfde bij de geboorteaangifte.